BURST- Leer en inspireer! Regelmatig laten we één van onze ervaren en minder ervaren trainers aan het woord. Wie zijn ze, hoe denken zij over het ‘trainer zijn’, wat kunnen we leren van hen ? In deze editie Jeroen Aelbrecht aan het woord.
Wie al 35 jaar op de tatami staat, zou kunnen denken dat hij alles al heeft gezien. Maar Jeroen Aelbrecht, 5de Dan, hoofdtrainer van Judo Nijdrop Opwijk, docent bij de Vlaamse Trainersschool en in opleiding tot techniekexpert, is het levende bewijs dat je in judo nooit bent uitgeleerd. “Soms zie ik iets op een opleiding waarvan ik denk: hoe simpel is dat eigenlijk? En toch wist ik het niet. Dat vind ik geweldig.”
Van judoka tot lesgever

Jeroen rolde – letterlijk – als kind de club binnen in Opwijk. “Ik ben er blijven hangen. Competitie, jeugd begeleiden, training geven… en nu dus ook lesgeven aan trainers in spe.” Die overstap van clubtrainer naar docent bij de Vlaamse Trainersschool was logisch. “Ik geef al meer dan 20 jaar les in het onderwijs. Dat pedagogische zit er dus al in.”
Via collega Kim Ramon kwam hij in contact met Leen Dom van Judo Vlaanderen, en voor hij het goed en wel besefte, gaf hij een eerste sessie Start 2 Coach. “Dat was echt plezant. Je herkent jezelf in die jonge trainers. En je voelt ook: hier kan ik iets betekenen.”
“Judo is judo. Maar hoe we het trainen, dat evolueert”
Jeroen is enthousiast over het meerjarenontwikkelingsplan van Judo Vlaanderen. “Het judo zelf verandert niet – een worp blijft een worp. Maar de manier waarop we jonge judoka’s begeleiden, die is volop in beweging. En terecht.” Hij ziet het plan niet als een rigide systeem, maar als een goudmijn aan inspiratie. “Je pikt eruit wat bij jouw stijl past. Niet iedereen voelt zich even zelfzeker voor een groep uitgelaten kinderen. Dan moet je zoeken wat werkt voor jou.”
“Het judo zelf verandert niet – een worp blijft een worp. Maar de manier waarop we jonge judoka’s begeleiden, die is volop in beweging. Ik zie het meerjarenplan niet als een rigide systeem, maar als een goudmijn aan inspiratie.”
Van OSK tot techniekexpert: “Er zijn geen toeristen in onze groep”

Jeroen volgt momenteel de opleiding tot techniekexpert, samen met zes andere gemotiveerde judoka’s. “Het is pittig, maar zo boeiend. Iedereen is er met dezelfde mindset. We helpen elkaar, zoeken samen uit hoe iets technisch in elkaar zit en hoe je het kunt toepassen in competitie.” Die combinatie van techniek en toepasbaarheid vindt hij cruciaal. “Ik wil altijd weten: waar zijn we mee bezig, en waarom?”
Tijdens die opleiding herontdekte hij ook elementen uit zijn eigen judoverleden. “Dingen die ik als judoka vroeger vanzelf deed, zoals mobiliteitsoefeningen, waren wat naar de achtergrond verdwenen. Nu worden die weer in de verf gezet.”
Daarnaast is Jeroen actief betrokken bij de OSK-trainingen (Oefenen, Spelen, Kampen), provinciale sessies rond specifieke technieken. “Dat zijn anderhalf uur durende trainingen boordevol oefenstof en didactische ideeën. Ik neem daar heel veel elementen van mee naar mijn club.”
Volgens hem zijn de OSK’s niet alleen een meerwaarde voor trainers, maar ook voor de sporters zelf. “We bereiken er ook beginnende trainers mee, die misschien drie jaar geleden iets gemist hebben. Die kunnen zo weer bijbenen. En we zorgen ervoor dat kinderen méér dan alleen spelletjes doen. Door oefeningen gradueel moeilijker en uitdagender te maken, houden we ze gemotiveerd. Als elke training er hetzelfde uitziet, haken ze af.”
Over drempels en routine
Toch merkt Jeroen dat niet elke trainer vlot instapt in het nieuwe model. “Sommigen houden vast aan het oude. ‘Ik doe dit al 20 jaar zo, waarom zou ik dat nu anders doen?’” Zelf begrijpt hij die houding niet goed. “Ik denk dan net: laat mij eens bij iemand anders gaan kijken. Je steekt er altijd iets van op.”
Voor Jeroen zit groei in nieuwsgierigheid en openheid. “Judo is altijd hetzelfde – en toch altijd net iets anders. De kunst is om het vertrouwde telkens weer fris te maken.” Een andere mogelijke drempel? “Misschien de verplaatsing naar opleidingen of bijscholingen. Maar ja, je moet nu eenmaal ergens heen rollen om iets bij te leren,” lacht hij.
“Judo is altijd hetzelfde – en toch altijd net iets anders. De kunst is om het vertrouwde telkens weer fris te maken. Daarom denk ik: laat mij eens bij iemand anders gaan kijken, je steekt er altijd iets van op.”
“Je moet niet elke training het warm water heruitvinden”
Wat maakt een goede trainer volgens Jeroen? “Voorbereiding. Stap op de mat met een plan. Denk na over wat je wil bereiken, en waarom. Je hoeft het warm water niet elke keer opnieuw uit te vinden – er zijn zó veel goeie oefeningen beschikbaar. Maar je moet ze wel kennen en durven gebruiken.”
Zelf probeert hij het overzicht te bewaren. “Ik inventariseer het voor mezelf een beetje,” legt hij uit. “Zodat ik weet: als ik iets rond een bepaalde worp wil geven, waar ik moet gaan zoeken. Die structuur helpt.”
“Je hoeft het warm water niet elke keer opnieuw uit te vinden – er zijn zó veel goeie oefeningen beschikbaar. Maar je moet ze wel kennen en durven gebruiken. Voor mij begint het allemaal met een goede voorbereiding en weten waar je naartoe wil.”
Anderen inspireren
Ook in zijn club probeert Jeroen anderen mee in het verhaal te trekken. “We zijn met een twaalftal trainers, en ik probeer hen te stimuleren om opleidingen te volgen.” Dat doet hij niet alleen met woorden. “De club betaalt de inschrijving. Dat is een grote drempel minder. Dankzij die steun hebben we al heel wat trainers die opleidingen volgden of plannen hebben om dat te doen.”

“Je leert veel door eens bij een ander te gaan kijken”
Waarom zou een trainer volgens Jeroen naar OSK-sessies of bijscholingen moeten gaan? “Omdat je er bijleert. Omdat je inzichten krijgt. En omdat je zo vermijdt dat je jarenlang in je eigen routine blijft hangen.” Hij geeft een voorbeeld uit de grondgevechten: “Bij een houdgreep dacht ik altijd: gewoon draaien om los te komen. Tot iemand me wees op het belang van eerst wat afstand te creëren, zodat je partner weer dichterbij komt om het contact te herstellen… dát is het moment om te draaien. Klinkt simpel, maar ik had daar nooit eerder bij stilgestaan.”
Een sterk verhaal
Volgens Jeroen zit Judo Vlaanderen op de juiste weg. “Wat ze doen – opleidingen, bijscholingen, OSK’s, Kidscups – het is een sterk geheel. Topsport, breedtesport, jeugdwerking: alles wordt op elkaar afgestemd.” En het mooiste? “Het wordt niet van bovenaf opgelegd. Er is overleg, er is betrokkenheid. Je voelt: dit is een verhaal waar we allemaal samen inrollen.”
“Judo Vlaanderen zit op de juiste weg. Alles is mooi op elkaar afgestemd, van opleidingen tot topsport. Je voelt: dit is een verhaal waar we samen inrollen.”
Door Ellen Jansegers voor Judo Vlaanderen
